Annelies Vanwalleghem is tandartse en moeder van twee jonge kinderen. Ze maakt ook deel uit van een steeds zeldzamer wordende soort: jonge mensen die oude kunst kopen.
In haar ‘kunstkamer’, een soort wunderkammer die een andere sfeer uitademt dan de rest van de woning, krijg ik een eclectisch doch zorgvuldig geplaatst allegaartje te zien, met onder andere houtsneden van Masereel, ruimtestudies van Piranesi, stapels boeken, een schildpadschild en zelfs een flamingo!
“Deze kamer is een toevluchtsoord waar ik me helemaal kan toeleggen op mijn passie: Kunst en iconografie. Ik heb het van thuis meegekregen: mijn vader verzamelt en verkoopt prenten en gravures vanaf z’n jonge jaren. Nu ik aan de open universiteit kunstgeschiedenis studeer krijg ik de kans om mijn eigen smaak en stijl meer te ontwikkelen en ontdekken. Nu ben ik helemaal bevangen door kunst uit de 13de tot 16de eeuw.”
“Al meer dan een jaar was ik op zoek naar een werk uit die periode. Ik wist dat het oud moest zijn en een paneel. Liefst iets dat naar de Vlaamse meesters neigt.”
In februari sloeg Annelies haar slag. Ze kocht twee panelen bij een veilinghuis in Parijs.
“Het was best spannend, des te meer omdat ik niet fysiek aanwezig was, en de veiling enkel online kon volgen. Ik had al andere veilingen gevolgd om te zien hoe het in z’n werk gaat. Maar als ik nu terugkijk, had ik het toch anders gedaan. In plaats van een schriftelijk bod te doen had ik een telefoonlijn moeten vragen. Bij een schriftelijk bod zit er iemand in de zaal die in jouw plaats biedt tot een op voorhand afgesproken maximumbedrag. Als je zelf niet aanwezig bent, kan je het bieden in de zaal niet zien. Met een telefoonlijn echter kun je veel beter opvolgen wat er in de veilingzaal gebeurt.”
“Als je de eerste keer koopt op een veiling, moet je er rekening mee houden dat je bovenop de prijs voor het werk nog een fee betaalt voor het veilinghuis. Zo’n veilinghuis biedt bovendien een bepaalde kwaliteitsgarantie.”
Speciaal voor ons bezoek is Annelies één van de twee panelen gaan opsnorren bij de restaurateur. Daar zijn er röntgenfoto’s genomen om te kijken of er nog verborgen verrassingen zijn. Met een waslaagje wordt de verf gefixeerd en in de komende maanden worden er kleine herstellingen uitgevoerd. Daarna komt het permanent zijn plek opeisen in ‘de kunstkamer’.
“Het is jammer dat ik het werk nu niet altijd in m’n buurt heb, maar ik ga regelmatig kijken bij de restaurateur. Het proces opvolgen is erg plezant. Stilaan pluis ik de hele geschiedenis van het werk uit. Ik houd me bezig met het ontcijferen van alle figuren die erop afgebeeld staan. Zo beweerde het veilinghuis dat op het linkerpaneel Maria van Egypte stond afgebeeld. Ik was niet akkoord en ben er nu achter gekomen dat het de Heilige Agnes is. Van zulke zaken word ik echt warm. Als ik hiermee klaar ben, wil ik op zoek gaan naar de omzwervingen die de panelen doorheen de jaren hebben gemaakt. En als ik echt geluk heb, vind ik misschien nog het middenpaneel, want hoogstwaarschijnlijk was dit altaarstuk oorspronkelijk een triptiek. Kortom, ik ben er nog even mee bezig.”
Ook in de wachtkamer van Annelies’ praktijk hangt kunst. Een tekening van Pauline Marlier, een jonge artieste. Helemaal anders dan wat ik in de kunstkamer heb gezien. Zo zie je maar: je hoeft je niet vast te pinnen op één stijl of medium.